12. "Il y a..."

Texte à trous

Ecris une forme de "il y a" dans les trous. Quand tu as complété tous les trous, clique sur le bouton "Correction".
Description simple :

Er een brief voor jou. Er twee dikke koeien voor de deur ! Er iemand aan de deur. Er geen plaats om te zitten ! Er veel mosselen op het strand. er bomen in je tuin ? er een hond in uw wagen, mevrouw ? Er morgen twee gsm's te winnen ! er een groot feest vanavond ? Er een vlieg op je neus !


Description riche :

a) Het bord op tafel. b) De sleutel in je zak. c) De kaas in de koelkast. d) Waar mama ? Ik vind haar niet ! e) Het mes op tafel. f) Die woorden op het bord ! g) Onze school in Vorst. h) Spanje in Europa. i) De vrouwen voor de ingang. j) De posters aan de muur.