L'ordre des compléments

Quelle phrase est juste ?
1. Ik ga morgen met mijn hond naar zee.
2. Ik ga met mijn hond morgen naar zee.
3. Ik ga met mijn hond naar zee morgen.
4. Ik ga naar zee morgen met mijn hond.
Quelle phrase est juste ?
1. We vertrekken bij mijn ouders vrijdagavond met onze wagen.
2. We vertrekken met onze wagen vrijdagavond bij mijn ouders.
3. Vrijdagavond we vertrekken met onze wagen bij mijn ouders.
4. We vertrekken vrijdagavond met onze wagen bij mijn ouders.
Quelle phrase est juste ?
1. Ze drinken een glas bier op een terrasje elke vrijdag.
2. Ze drinken elke vrijdag een glas bier op een terrasje.
3. Ze drinken op een terrasje elke vrijdag een glas bier.
4. Elke vrijdag ze drinken een glas bier op een terrasje.
Quelle phrase est juste ?
1. Morgen ik ga met mijn beste vriendin naar zee.
2. Morgen ga ik naar zee met mijn beste vriendin.
3. Morgen ik ga naar zee met mijn beste vriendin.
4. Morgen ga ik met mijn beste vriendin naar zee.
Quelle phrase est juste ?
1. Ik heb vorige zaterdag voor mijn vrouw in een karaoke bar een liedje gezongen.
2. Ik heb voor mijn vrouw in een karaoke bar een liedje vorige zaterdag gezongen.
3. Ik heb vorige zaterdag in een karaoke bar voor mijn vrouw een liedje gezongen.
4. Ik heb een liedje vorige zaterdag voor mijn vrouw in een karaoke bar gezongen.
Quelle phrase est juste ?
1. We gaan bij ons thuis zaterdagavond voor onze vrienden een feestje organiseren.
2. We gaan voor onze vrienden bij ons thuis zaterdagavond een feestje organiseren.
3. We gaan zaterdagavond voor onze vrienden bij ons thuis een feestje organiseren.
4. We gaan organiseren zaterdagavond voor onze vrienden bij ons thuis een feestje.
Quelle phrase est juste ?
1. U hebt in het park gisteren met uw hond een ongeluk gehad.
2. U hebt gisteren met uw hond in het park een ongeluk gehad.
3. U hebt met uw hond in het park een ongeluk gisteren gehad.
4. U hebt met uw hond gisteren in het park een ongeluk gehad.
Quelle phrase est juste ?
1. Ik heb gezien hier haar.
2. Ik heb gezien haar hier.
3. Ik heb haar hier gezien.
4. Ik heb hier haar gezien.
Quelle phrase est juste ?
1. Tijdens de vakantie ik ga met mijn vrouw naar Montcuq.
2. Ik ga naar Montcuq tijdens de vakantie met mijn vrouw.
3. Ik ga tijdens de vakantie naar Montcuq met mijn vrouw.
4. Tijdens de vakantie ga ik met mijn vrouw naar Montcuq.
Quelle phrase est juste ?
1. Ik heb vandaag op mijn computer al die oefeningen gemaakt.
2. Vandaag ik heb al die oefeningen op mijn computer gemaakt.
3. Vandaag heb ik op mijn computer al die oefeningen gemaakt.
4. Vandaag heb ik al die oefeningen op mijn computer gemaakt.

L'ordre des compléments

Quiz