Le participe passé régulier

Texte à trous

Ecris tes réponses dans les trous. Quand tu as complété TOUS les trous, clique sur le bouton "Correction". Et... si le doute t'habite... Clique sur "Aide" (mais tu perdras des points). C'est vache, hein ? ;-)
Verleden week, ben ik naar zee geweest. Ik heb dus niet veel (reizen) . Ik heb op het strand (wandelen) en ik heb ook (voetballen) en zandkastelen (bouwen) . Ik heb ook twee mooie meisjes (ontmoeten) . We hebben veel lol (maken) .

Ik heb de hele dag op de tram (wachten) . Het was heel lang. Ik heb dus mijn beste vriendin (opbellen) . Daarna, heeft Meneer Denul mij (uitnodigen) . Hij had een fuifje (organiseren) . Daar hebben we veel (dansen) , (praten) en liedjes (beluisteren) .

Ik heb gisteren met Mimie Mathy (tennissen) . Ze heeft heel goed (spelen) . Daarna hebben we (surfen) een ook een beetje (winkelen) .

Mijn beste vriend is vorig jaar naar Nederland (verhuizen) . Hij heeft een nieuwe taal (leren) : het Nederlands. Eergisteren heeft het veel (regenen) en ook (sneeuwen) .

Oops... Ik heb mijn Nederlandse les niet (herhalen) en ik heb mijn kamer nog niet (opruimen) . Vlug !