Exercices sur les temps primitifs de 01 à 10

Texte à trous

Ecris tes réponses dans les trous. Quand tu as complété TOUS les trous, clique sur le bouton "Correction"
Imparfait singulier, imparfait pluriel ou participe passé ?

1. Meneer Janssens is om negen uur (aankomen) .
2. Ik (aannemen) met plezier je 1000 € .
3. De twee terroristen (aanspreken) die oude dame brutaal .
4. Eva Longoria (aantrekken) haar jasje .
5. De spin heeft veel sporen (achterlaten) .
6. De helderziende (voyant) (afgeven) zijn kaartje .
7. Spoken en geesten (afschrikken) haar heel erg .
8. Heb je de voordeur goed (afsluiten) ?
9. Hij (bakken) altijd zelf zijn chocoladebroodjes.
10. Gisteravond (beginnen) we onze slaapkamer op te ruimen.