Exercices sur les temps primitifs de 141 à 150

Texte à trous

Ecris tes réponses dans les trous. Quand tu as complété TOUS les trous, clique sur le bouton "Correction"
Imparfait singulier, imparfait pluriel ou participe passé ?

1. Het is (verbieden) deze zin te lezen !
2. U bent (verbinden) met het antwoordapparaat van Dokter Atchoum. Gezondheid !
3. Tijdens de zomervakantie (verblijven) we in een rustig huisje dichtbij het strand.
4. De politieagent (verdenken) de dief van diefstal ! Wat een vreemde verdenking...
5. Mijn beste vrienden (verdragen) hun vrouwen niet meer ! Aaah, de vrouwen toch ! ;-)
6. Mijn vis Némo (verdrinken) in zijn viskom. Heu... Nee... Dat is niet mogelijk !!!
7. Charles Atan was een tovenaar : ik gaf hem 100 € en hij (verdwijnen) onmiddellijk !!!
8. Ik heb Meneer Vico en Meneer Janssens (vergelijken) : Meneer Vico is groter dan Meneer Janssens... en Meneer Janssens is kleiner dan Meneer Vico ! :-P
9. Ik (vergeten) altijd wat het werkwoord "vergeten" betekende... Ik ben het vergeten...
10. Gisteren heb ik mijn school op eBay (verkopen) : ze heette Sainte-Ursule.