Exercices sur les temps primitifs de 171 à 180

Texte à trous

Ecris tes réponses dans les trous. Quand tu as complété TOUS les trous, clique sur le bouton "Correction"
Imparfait singulier, imparfait pluriel ou participe passé ?

1. (Weten) je dat we vandaag een toets in het Nederlands hadden ?
2. De thermometer (wijzen) 23° ! Wat een mooi weer !
3. Dark Vador ? Niemand (willen) hem als vriend...
4. De leraars van Sainte-Ursule hebben de voetbalwedstrijd niet (winnen) ... (maar meneer Janssens heeft toch een goal gemaakt !)
5. Jean Foupasune is acteur (worden) .
6. Onze leraars (zeggen) altijd : "Niet babbelen !!!!"
7. Hij (zenden) een sms naar zijn vriendinnetje.
8. De blinde (zien) het gat niet en viel languit op de grond !
9. Wie (zijn) je lievelingsleraars in Sainte-Ursule ?
10. Die leerling heeft tijdens de les (zingen) .