Exercices sur les temps primitifs de 41 à 50

Texte à trous

Ecris tes réponses dans les trous. Quand tu as complété TOUS les trous, clique sur le bouton "Correction"
Imparfait singulier, imparfait pluriel ou participe passé ?

1. Mijn vrienden (kijken) vaak naar liveoptredens van bands op YouTube.
2. Ik denk dat de poster van Louis de Funès aan de muur van mijn kamer (hangen) .
3. Heb jij het nummer van je gsm (kiezen) ?
4. Mijn beste vrienden (heten) Philip en Morris maar ze zijn nu dood : ze rookten te veel...
5. Ik heb een mooi rapport (hebben) : ik heb geen buis gekregen.
6. Hij (herlezen) nooit zijn toets omdat hij niets op zijn blad geschreven had.
7. Haar zus is in het kerkhof (inslapen) .
8. Gisteren (heffen) ik mijn glas : het was mijn verjaardag !
9. Zijn ouders (houden) haar bij de hand maar ze viel toch in het water !
10. Vorig weekend heeft mijn hond mij (helpen) : hij heeft boodschappen gedaan !