Exercices sur les temps primitifs de 51 à 60

Texte à trous

Ecris tes réponses dans les trous. Quand tu as complété TOUS les trous, clique sur le bouton "Correction"
Imparfait singulier, imparfait pluriel ou participe passé ?

1. Die dikke koeien (kunnen) heel goed zwemmen ! Nu, niet meer : ze zijn dood...
2. Meneer Vico is zo grappig : we hebben veel (lachen) !!!
3. Terwijl ik een nieuwe gsm (kopen) , ging hij boodschappen doen.
4. Pinocchio was een leugenaar : hij heeft veel (liegen) toen hij klein was.
5. Meneer Janssens (komen) nooit met zijn mooie pet werken !
6. Er (klinken) alarmen in de buurt ! Wat een lawaai !!!
7. Ik heb mijn rapport (krijgen) : dertien buizen... :-/
8. Onze klas heeft op de kerk op Hoogte Honderd (klimmen) !
9. Gisteravond (lezen) mijn zussen mij grappige mopjes !
10. In februari (laten) we 2 feestjes plaatsvinden. Op 2 februari keerden we pannenkoeken om en op 14 februari...