Le VVT (plus-que-parfait)
Quiz
Trouve la bonne réponse ! S'il faut cocher plusieurs réponses, n'hésitons pas : cochons !!! Appuie ensuite à chaque fois sur "Correction" avant de passer à la question suivante !
Afficher toutes les questions
Question précédante
Question suivante
Quelle(s) phrase(s) est/sont juste(s) ?
Hij had in de zee gezwommen.
Hij was in de zee gezwommen.
Hij hadde in de zee gezwommen.
Hij heefte in de zee gezwommen.
Correction
Quelle(s) phrase(s) est/sont juste(s) ?
Ze had naar het strand gelopen.
Ze was naar het strand gelopen.
Ze had naar het strand geloopt.
Ze was naar het strand geloopt.
Correction
Quelle(s) phrase(s) est/sont juste(s) ?
Toen ik binnenkwam, had de film al begonnen.
Toen ik binnenkwam, was de film al begonnen.
Toen ik binnenkwam, de film had al begonnen.
Toen ik binnenkwam, de film was al begonnen.
Correction
Quelle(s) phrase(s) est/sont juste(s) ?
Ik had mijn huiswerk moeten doen.
Ik had mijn huiswerk doen moeten.
Ik was mijn huiswerk moeten doen.
Ik had mijn huiswerk doen moeten.
Correction
Quelle(s) phrase(s) est/sont juste(s) ?
Ik had gedronken te veel cola.
Ik had te veel cola gedronken.
Ik was gedronken te veel cola.
Ik was te veel cola gedronken.
Correction
Quelle(s) phrase(s) est/sont juste(s) ?
Ik was het eten klaargemaakt.
Ik was het eten geklaarmaakt.
Ik had het eten geklaarmaakt.
Ik had het eten klaargemaakt.
Correction
Quelle(s) phrase(s) est/sont juste(s) ?
Ik kreeg een slecht rapport omdat ik mijn les niet goed gestudeerd had.
Ik kreeg een slecht rapport omdat ik mijn les niet goed had gestudeerd.
Ik kreeg een slecht rapport omdat ik mijn les niet goed gestudeerd was.
Ik kreeg een slecht rapport omdat ik mijn les niet goed was gestudeerd.
Correction
Quelle(s) phrase(s) est/sont juste(s) ?
Ik had een heel boek uitgelezen.
Ik had een heel boek geuitlezen.
Ik was een heel boek uitgelezen.
Ik had een heel boek geuitlezen.
Correction
Quelle(s) phrase(s) est/sont juste(s) ?
Ik had nog honger omdat ik had niet genoeg gegeten.
Ik had nog honger omdat ik niet genoeg gegeten had.
Ik had nog honger omdat ik niet genoeg had gegeten.
Ik had nog honger omdat had ik niet genoeg gegeten.
Correction
Quelle(s) phrase(s) est/sont juste(s) ?
Ik moest nablijven omdat ik niet op tijd was aangekomen.
Ik moest nablijven omdat ik niet op tijd aangekomen was.
Ik moest nablijven omdat ik niet op tijd had aangekomen.
Ik moest nablijven omdat ik niet op tijd aangekomen had.
Correction
OK