Exercices sur les Temps Primitifs de 31 à 40

Texte à trous

Ecris tes réponses dans les trous. Quand tu as complété TOUS les trous, clique sur le bouton "Correction"
Imparfait singulier, imparfait pluriel ou participe passé ?

1. Alle leerlingen (roepen) tijdens de pauze en dat maakte veel lawaai.
2. (Moeten) ik een douche nemen ?
3. Renaud en Mégane (rijden) met een Opel.
4. Meneer Janssens (schieten) in de bal en... GOAL !!!
5. Gisteren (schijnen) de zon en vandaag regent het.
6. Ik heb een lange sms (schrijven) .
7. De golven (slaan) over het schip.
8. Ik (mogen) niet naar de bioscoop gaan. Wat jammer !
9. Mijn zus en ik hebben nog niet (ontbijten) en ik heb een reuze honger !
10. In Namen (nemen) namen altijd hoofdletters !