14. L'ordre des compléments

Quelle phrase est juste ?
1. Mobu Two zwemt elke zaterdag met zijn kameel in het zwembad.
2. Mobu Two zwemt met zijn kameel elke zaterdag in het zwembad.
3. Mobu Two zwemt met zijn kameel in het zwembad elke zaterdag.
4. Mobu Two zwemt elke zaterdag in het zwembad met zijn kameel.
Quelle phrase est juste ?
1. De directrice organiseert om 21 uur een fuifje zaterdag in de gymzaal.
2. De directrice organiseert een fuifje zaterdag om 21 uur in de gymzaal.
3. De directrice organiseert in de gymzaal zaterdag om 21 uur een fuifje.
4. De directrice organiseert zaterdag om 21 uur een fuifje in de gymzaal.
Quelle phrase est juste ?
1. U wandelt in de stad 's avonds tussen vier en vijf uur.
2. U wandelt 's avonds tussen vier en vijf uur in de stad.
3. U wandelt tussen vier en vijf uur in de stad 's avonds.
4. In de stad u wandelt 's avonds tussen vier en vijf uur.
Quelle phrase est juste ?
1. Mobu One (de vader van Mobu Two) fietst met zijn buurvrouw op het strand vanavond.
2. Mobu One fietst vanavond op het strand met zijn buurvrouw.
3. Mobu One fietst vanavond met zijn buurvrouw op het strand.
4. Mobu One fietst met zijn buurvrouw vanavond op het strand.
Quelle phrase est juste ?
1. Pic en ik eten vrijdagnammidag om zeven uur in een restaurant.
2. Pic en ik eten in een restaurant vrijdagnammidag om zeven uur.
3. Pic en ik eten om zeven uur in een restaurant vrijdagnammidag.
4. Pic en ik eten vrijdagnammidag in een restaurant om zeven uur.
Quelle phrase est juste ?
1. Eergisteren in het water zijn de koeien van de buren gevallen.
2. Eergisteren de koeien van de buren zijn in het water gevallen.
3. De koeien van de buren zijn in het water gevallen eergisteren.
4. De koeien van de buren zijn eergisteren in het water gevallen.
Quelle phrase est juste ?
1. Tijdens de vakantie drinken we met onze vrienden in onze tuin.
2. Tijdens de vakantie drinken we in onze tuin met onze vrienden.
3. We drinken met onze vrienden tijdens de vakantie in onze tuin.
4. We drinken met onze vrienden in onze tuin tijdens de vakantie.
Quelle phrase est juste ?
1. Ik zie in de speelplaats al de leerlingen van Sainte-Ursule morgen.
2. Ik zie morgen in de speelplaats al de leerlingen van Sainte-Ursule.
3. Ik zie morgen al de leerlingen van Sainte-Ursule in de speelplaats.
4. Ik zie al de leerlingen van Sainte-Ursule morgen in de speelplaats.
Quelle phrase est juste ?
1. Morgen ga ik met de bus naar de post.
2. Morgen ga ik naar de post met de bus.
3. Ik ga morgen met de bus naar de post.
4. Ik ga morgen naar de post met de bus.
Quelle phrase est juste ?
1. Wie is met mijn vrouw verleden week naar de bioscoop geweest ?
2. Wie is verleden week met mijn vrouw naar de bioscoop geweest ?
3. Wie is verleden week naar de bioscoop met mijn vrouw geweest ?
4. Wie is met mijn vrouw naar de bioscoop geweest verleden week ?

14. L'ordre des compléments

Questionnaire à choix multiples