L'imparfait de "hebben" & "zijn".

Complète le texte avec les bons auxiliaires "hebben" ou "zijn" à l'imparfait.

Ecris tes réponses dans les trous. Quand tu as complété TOUS les trous, clique sur le bouton "Correction"
a) Op deze foto ik 13 jaar oud. Ik blond haar en mijn ogen blauw.
b) Tijdens die zomervakantie we met vakantie. Er veel mosselen op het strand en onze honden veel pret!
c) Op die andere foto ik bij mijn beste vriendin. Het een tof feestje.
d) Kijk naar de laatste foto ! Dat bij mijn vriendinnetje. Er twee gekke koeien in het zwembad !
e) Gisteren ik geen tijd : ik alleen thuis, ik veel werk en de oefeningen moeilijk !
f) Eergisteren ik doodmoe ! Ik urenlang gechat en mijn hond ziek. Hij overal overgegeven (vomi) en mijn ouders geen tijd om alles schoon te maken.
g) Ik heb de hele avond gewerkt en er een leuke film op tv... Wat jammer !!!