Exercices sur les temps primitifs de 11 à 20

Texte à trous

Ecris tes réponses dans les trous. Quand tu as complété TOUS les trous, clique sur le bouton "Correction"
Imparfait singulier, imparfait pluriel ou participe passé ?

1. De leerlingen (begrijpen) de leraars niet.
2. Ik heb (besluiten) aan sport te doen !
3. Ze vroeg zich af of God toch (bestaan) ...
4. De directeur vond dat de leerlingen te veel (bewegen) .
5. We (bezoeken) een heel toffe school : Sint-Ursula.
6. Voor het eten, hebben we altijd (bidden) .
7. Ze (bieden) me een fles wijn !
8. Dit meisje (bijhouden) een heel mooi dagboek .
9. Mijn zusje heeft uw hong (bijten) .
10. James (binden) een gevangene (prisonnier)