Het is een vriendin van me.
- Het is niet een vriendin van me.
- Het is een vriendin niet van me.
- Het is geen een vriendin van me.
- Het is geen vriendin van me.
Humphrey Bienhunpticafé gaat al naar de turnzaal.
- Humphrey Bienhunpticafé gaat al niet naar de turnzaal.
- Humphrey Bienhunpticafé gaat al geen naar de turnzaal.
- Humphrey Bienhunpticafé gaat nog niet naar de turnzaal.
- Humphrey Bienhunpticafé gaat niet nog naar de turnzaal.
Die lerares is mooi !
- Die lerares is niet mooi !
- Die lerares is geen mooi !
- Die lerares is mooi niet !
- Die lerares is mooi geen !
We praten met je zus.
- We praten met niet je zus.
- We praten niet met je zus.
- We praten met je niet zus.
- We praten geen met je zus.
Heb je al dorst ?
- Ik heb niet dorst.
- Ik heb geen dorst.
- Ik heb nog niet dorst.
- Ik heb nog geen dorst.
Er staan stoelen in de klas.
- Er staan niet stoelen in de klas.
- Er staan geen stoelen in de klas.
- Er staan nog geen stoelen in de klas.
- Er staan nog niet stoelen in de klas.
Ik hoor de directrice !!!
- Ik hoor niet de directrice !!!
- Ik hoor geen de directrice !!!
- Ik hoor de directrice niet !!!
- Ik hoor de directrice geen !!!
Het is al één uur !
- Het is nog geen uur !
- Het is nog geen één uur !
- Het is al geen één uur !
- Het is al niet één uur !
Hij kan Nederlands spreken.
- Hij kan geen Nederlands spreken.
- Hij kan Nederlands geen spreken.
- Hij niet kan Nederlands spreken.
- Hij kan Nederlands spreken niet.
We hebben al vrijaf.
- We hebben al niet vrijaf.
- We hebben niet al vrijaf.
- We hebben nog niet vrijaf.
- We hebben nog geen vrijaf.