Les pronoms relatifs
Complète le texte avec le bon pronom relatif
Ecris tes réponses dans les trous. Quand tu as complété tous les trous, clique sur le bouton "Correction".
Ken je meneer Janssens, de leraar
grappig is ? Een gsm is een cadeau
ik graag zou krijgen. De meisjes
daar lachen zien er heel sportief uit. Ik zie het huis van de directrice
heel hoog is. We zoeken het zwembad
in Ukkel ligt. De DVD
ik gisteren gekocht heb, is mijn lievelingsfilm. Waar zit het meisje
altijd te laat aankomt ? Ken je iemand
heel goed danst ? Het telefoonnummer
ik verleden week gekregen heb, is een verkeerd nummer. Het T-shirt
daar hangt is het mijne.
Correction
OK