Exercices sur les Temps Primitifs de 01 à 10
Texte à trous
Ecris tes réponses dans les trous. Quand tu as complété TOUS les trous, clique sur le bouton "Correction"
Imparfait singulier, imparfait pluriel ou participe passé ?
1. De les (beginnen)
met een overhoring.
2. De leraars (begrijpen)
de leerlingen niet.
3. Wie heeft al de Eiffeltoren (bezoeken)
?
4. We (blijven)
twee weken in Sint-Idesbald.
5. Je zus (breken)
mijn gsm.
6. Heb je je huiswerk (brengen)
?
7. Ik heb vaak aan mijn beste vriendin (denken)
.
8. Hij (doen)
veel boodschappen.
9. Mijn hond heeft altijd mijn boekentas (dragen)
.
10. Al die leraars (drinken)
te veel bier !
Correction
OK